Tot hoever gaan we met onze digitalisering?

Technologie is ontzettend handig en fijn, maar de laatste tijd vraag ik me steeds meer af tot hoe ver we dit met z’n allen willen doorvoeren?

Toen ik op St. Maarten een halve ochtend in de rij stond om de energierekening te betalen… Ja toen vervloekte ik het eiland wel eventjes en wenste ik dat we in Nederland zaten waar het gewoon via automatische incasso afgeboekt wordt. Eenmaal ingesteld, huppakee klaar en verder geen omkijken meer naar.

Zo zijn er uiteraard nog meer prachtige voorbeelden van wat de digitalisering ons gebracht heeft, werken vanuit huis, allemaal handige appjes op je telefoon, zo even een berichtje sturen naar mijn nichtje in Dubai of naar mijn oud-tante in Australië, die op haar negentigste op Instagram zit, hoe geweldig is dat? 

Hoe duurzaam zijn enorme datacenters?

Met de discussie rond het enorme datacenter van Facebook in Zeewolde begin ik trouwens ook steeds meer te twijfelen over hoe duurzaam digitalisering eigenlijk onder de ‘ijsberg’ ook werkelijk is.

Toen ik jaren geleden voorlichting gaf aan militairen die via satellietverbinding vanuit de Afghaanse woestijn contact konden houden met hun thuisfront, heb ik ook eens een rondleiding door zo’n datacenter in Amsterdam gehad. Een mega pand met enorme rijen met warme servers. De techniek moet tenslotte toch ‘ergens’ vandaan komen, ook al is deze onzichtbaar voor de meesten van ons.

En wat word ik dan blij als ik later hoor van een initiatief waarbij ze problemen hadden met een kerk die maar niet warm te krijgen was. Door de plaatsing van een datacenter daar ergens in het gebouw konden ze vervolgens de warmte weer kwijt. Klinkt als een creatieve win-win oplossing, maar dit even terzijde ;-).

Digitalisering is ontzettend handig, maar de keerzijde wordt steeds duidelijker

Waar we een heleboel tijdswinst door gemak boeken, wint volgens mij ook vervreemding en wantrouwen aan terrein dat inmiddels tussen alle publieke voorzieningen in de samenleving doorzijpelt.

Alles wordt gemeten in cijfers, gedigitaliseerd, draait om geld en efficiëntie en wordt steeds onpersoonlijker. De bandbreedte om simpelweg het leven te leven (en daarin fouten te maken, op te staan en ervan te leren!) krijgt steeds minder ruimte. 

Als kleuter tegenwoordig al een CITO-toets

Als kleuter heb je tegenwoordig al een CITO toets, de pechgeneratie begint hun werkende leven met een torenhoge studieschuld. De kinderopvang is onbetaalbaar en als je pech hebt en een verkeerd vinkje, halen ze je hele leven overhoop. (Uiteraard is dit een tegenbeweging geweest tegen fraudeurs, maar het geeft maar aan hoever je daarin weer de andere kant in kunt doorslaan). En als je als oudere wil doorstromen naar een kleiner huis in je eigen vertrouwde buurt, dan is dat nergens te vinden. 

Gemak voert de boventoon. Alles moet snel en efficiënt in onze huidige samenleving. Er is weinig tijd om rustig en gedegen over zaken na te denken, want we hollen vooral weer door om ons bezig te houden met de volgende crisis. Crisisen, die door vele experts al jaren en jarenlang aangekondigd zijn. Ik durf te wedden dat er, zowel bij de overheid als in het bedrijfsleven, al talloze dikke rapporten liggen in kasten (of als PDF’jes ergens ver verstopt in een mapje van een mapje) waarin delen van de oplossingen allang staan.

Wat voor samenleving willen we?

Kortom, digitalisering biedt heel veel voordelen, maar zullen we alsjeblieft wel een beetje blijven nadenken over wat voor werk het ons uit handen kan nemen en het niet beschouwen als een doel op zich?

Persoonlijke waarden en menselijkheid maken het leven juist zo mooi (hebben we dat niet collectief geleerd van de coronacrisis?) en dat kunnen computers toch nooit vervangen?